Het kind op een verzorgingsdoek rollen en het doek aan de vier punten optillen.
Linkerhand onder rug/oksels,rechterhand onder beentjes of andersom.
Til het zo min mogelijk,kies eerst voor rollen, schuiven of op een laag plateau op wieltjes verrijden (gemaakt van een plank met kleine wieltjes eronder).
Til met rechte rug, buig door de knieën en houdt het kind meteen dicht tegen je lichaam.
Schuif bij polsproblemen je onderarm onder de billetjes,tot aan je elleboog.
Ondersteun met je andere arm het ruggetje. Het kind zit nu op je onderarm.
Maak gebruik van kleine opstapjes en keukentrapjes om je kind zelf ergens op te laten klimmen als het op handen en knieën kan kruipen.